Paardrift en kindertaal in ‘Het Wilde België’

Het is ijzig koud in de Hoge Venen van België, een hoogveengebied in het oosten. Hoewel de winter een „deken van koude” legt over al het leven, overwintert daar de klapekster, een grijswitte vogel ter grootte van een merel met een zwart masker op die de gewoonte heeft gevangen prooi op scherpe boomstekels te spietsen.

De film Onze natuur – Het Wilde België toont de klapekster (Lanius excubitor) die een muis vastpint, en vervolgens verorbert. Dan volgt in de voice-over van de Vlaamse acteur Matteo Simoni de tekst: „De klapekster is een beenhouwer vermomd als zangvogel.” Wat De Nieuwe Wildernis is voor Nederland, is Het Wilde België voor onze zuiderburen: een documentaire die bewijst dat in extreem dichtbevolkte landen nog altijd natuur valt te ‘beleven’, niet zomaar natuur, nee, wilde natuur, wildernisnatuur. Daarbij moet meteen gezegd: de Belgische versie leunt zwaar op het Nederlandse origineel van tien jaar geleden, het is bijna een remake. Ook nu de vier seizoenen, wilde dieren als vos, haas en edelhert; eveneens is de ijsvogel present.

De Vlaamse cineasten en veldregisseurs Van Lente, Harrewijn en Niesten vertoefden enkele jaren in de Belgische natuur, van het Zwin aan de kust via het platteland naar de bossen van Wallonië. De film accentueert overdadig de paardrift, vooral van insecten als het vliegend hert en de lentevuurspin. Ook de drang van hazen („De rammelaars denken maar aan één ding”) krijgt alle aandacht, en als een mannetje te veel ‘goesting’ heeft, gooit het vrouwtje (moer) hem van zich af en dan geeft de voice-over als verklaring: „Niet te haastig, haas.” En bij de balts van de ijsvogels, als het mannetje een visje als prooioverdracht aanbiedt om de paring in te zetten, heet het: „De eerste kus smaakt naar vis.”

Op den duur is de projectie van menselijke emoties op dieren in de vorm van kinderboekentaal hinderlijk. Niet duidelijk is de keuze van de diersoorten. Ze komen feitelijk ook allemaal in Nederland voor, dus daarin is Onze natuur niet specifiek Belgisch. Over biotopen die dit land kenmerken, bijvoorbeeld de steile rotsen van de Ardennen, geen woord, terwijl die juist onderscheidend zijn. De nadruk op insecten en kleinere dieren dwingt de auteurs tot inzoomen; bij vliegend hert en lentevuurspin leidt dat tot spectaculaire beelden. Het item over de slechtvalk daarentegen is helaas clichématig. Ondanks alle inhoudelijke manco’s doet deze film, evenals De Nieuwe Wildernis, de toeschouwer beseffen hoe rijk de natuur is. Maar een nieuwe invalshoek is niet gevonden.

https://www.youtube.com/watch?v=RtqvyDeOanI